×

Surah Nuh in Dutch

Quran Dutch ⮕ Surah Nuh

Translation of the Meanings of Surah Nuh in Dutch - الهولندية

The Quran in Dutch - Surah Nuh translated into Dutch, Surah Nuh in Dutch. We provide accurate translation of Surah Nuh in Dutch - الهولندية, Verses 28 - Surah Number 71 - Page 570.

بسم الله الرحمن الرحيم

إِنَّا أَرْسَلْنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوْمِهِ أَنْ أَنذِرْ قَوْمَكَ مِن قَبْلِ أَن يَأْتِيَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ (1)
Wij hebben Noeh naar zijn volk gezonden: "Waarschuw jouw volk voordat een pijnlijke bestraffing tot hen komt
قَالَ يَا قَوْمِ إِنِّي لَكُمْ نَذِيرٌ مُّبِينٌ (2)
Hij zei: "Mijn volk! Ik ben voor jullie een duidelijke waarschuwer
أَنِ اعْبُدُوا اللَّهَ وَاتَّقُوهُ وَأَطِيعُونِ (3)
dat jullie God moeten dienen, Hem moeten vrezen en mij moeten gehoorzamen
يَغْفِرْ لَكُم مِّن ذُنُوبِكُمْ وَيُؤَخِّرْكُمْ إِلَىٰ أَجَلٍ مُّسَمًّى ۚ إِنَّ أَجَلَ اللَّهِ إِذَا جَاءَ لَا يُؤَخَّرُ ۖ لَوْ كُنتُمْ تَعْلَمُونَ (4)
Dan zal Hij voor zonden van jullie vergeving schenken en jullie uitstel verlenen tot een vastgestelde termijn. Maar Gods termijn wordt niet uitgesteld wanneer hij komt, als jullie dat maar wisten
قَالَ رَبِّ إِنِّي دَعَوْتُ قَوْمِي لَيْلًا وَنَهَارًا (5)
Hij zei: "Mijn Heer, ik heb mijn volk nacht en dag opgeroepen
فَلَمْ يَزِدْهُمْ دُعَائِي إِلَّا فِرَارًا (6)
maar mijn oproep heeft hen alleen maar meer laten vluchten
وَإِنِّي كُلَّمَا دَعَوْتُهُمْ لِتَغْفِرَ لَهُمْ جَعَلُوا أَصَابِعَهُمْ فِي آذَانِهِمْ وَاسْتَغْشَوْا ثِيَابَهُمْ وَأَصَرُّوا وَاسْتَكْبَرُوا اسْتِكْبَارًا (7)
En telkens als ik hen opriep, opdat U hun zou vergeven, stopten zij hun vingers in hun oren, bedekten zich met hun kleren en bleven stijfkoppig en hoogmoedig
ثُمَّ إِنِّي دَعَوْتُهُمْ جِهَارًا (8)
Toen riep ik hen in het openbaar op
ثُمَّ إِنِّي أَعْلَنتُ لَهُمْ وَأَسْرَرْتُ لَهُمْ إِسْرَارًا (9)
Toen sprak ik openlijk en in het diepste geheim met hen
فَقُلْتُ اسْتَغْفِرُوا رَبَّكُمْ إِنَّهُ كَانَ غَفَّارًا (10)
En ik zei: 'Vraagt jullie Heer om vergeving; Hij is vergevend
يُرْسِلِ السَّمَاءَ عَلَيْكُم مِّدْرَارًا (11)
Hij zal dan de hemel in overvloed over jullie laten regenen
وَيُمْدِدْكُم بِأَمْوَالٍ وَبَنِينَ وَيَجْعَل لَّكُمْ جَنَّاتٍ وَيَجْعَل لَّكُمْ أَنْهَارًا (12)
jullie met bezittingen en zonen versterken, tuinen voor jullie maken en rivieren voor jullie maken
مَّا لَكُمْ لَا تَرْجُونَ لِلَّهِ وَقَارًا (13)
Wat is er met jullie dat jullie van God geen waardigheid verwachten
وَقَدْ خَلَقَكُمْ أَطْوَارًا (14)
Hij heeft jullie toch in fasen geschapen
أَلَمْ تَرَوْا كَيْفَ خَلَقَ اللَّهُ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ طِبَاقًا (15)
Zien jullie dan niet hoe God zeven hemelen in lagen geschapen heeft
وَجَعَلَ الْقَمَرَ فِيهِنَّ نُورًا وَجَعَلَ الشَّمْسَ سِرَاجًا (16)
En dat Hij daarin de maan tot een licht heeft gemaakt en dat Hij de zon tot een heldere lamp heeft gemaakt
وَاللَّهُ أَنبَتَكُم مِّنَ الْأَرْضِ نَبَاتًا (17)
God heeft jullie toch uit de aarde laten ontstaan
ثُمَّ يُعِيدُكُمْ فِيهَا وَيُخْرِجُكُمْ إِخْرَاجًا (18)
Daarna zal Hij jullie in haar terug laten keren en jullie dan opnieuw tevoorschijn brengen
وَاللَّهُ جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ بِسَاطًا (19)
En God heeft de aarde voor jullie tot een uitgelegd tapijt gemaakt
لِّتَسْلُكُوا مِنْهَا سُبُلًا فِجَاجًا (20)
opdat jullie er wegen en passen begaan kunnen
قَالَ نُوحٌ رَّبِّ إِنَّهُمْ عَصَوْنِي وَاتَّبَعُوا مَن لَّمْ يَزِدْهُ مَالُهُ وَوَلَدُهُ إِلَّا خَسَارًا (21)
Noeh zei: "Mijn Heer, zij gehoorzamen mij niet, maar zij volgen iemand wiens bezit en kinderen hem alleen maar meer verlies laten lijden
وَمَكَرُوا مَكْرًا كُبَّارًا (22)
En zij hebben grote listen beraamd
وَقَالُوا لَا تَذَرُنَّ آلِهَتَكُمْ وَلَا تَذَرُنَّ وَدًّا وَلَا سُوَاعًا وَلَا يَغُوثَ وَيَعُوقَ وَنَسْرًا (23)
en zij zeiden: 'Verlaat jullie goden niet. Verlaat Wadd niet, noch Soewaa', noch Jaghoeth, Ja'oek en Nasr
وَقَدْ أَضَلُّوا كَثِيرًا ۖ وَلَا تَزِدِ الظَّالِمِينَ إِلَّا ضَلَالًا (24)
En zij hebben velen tot dwaling gebracht. Laat dan de onrechtplegers alleen maar meer dwalen
مِّمَّا خَطِيئَاتِهِمْ أُغْرِقُوا فَأُدْخِلُوا نَارًا فَلَمْ يَجِدُوا لَهُم مِّن دُونِ اللَّهِ أَنصَارًا (25)
Vanwege hun zonden werden zij verdronken en toen een vuur binnengebracht en zij vonden buiten God om voor zich geen helpers
وَقَالَ نُوحٌ رَّبِّ لَا تَذَرْ عَلَى الْأَرْضِ مِنَ الْكَافِرِينَ دَيَّارًا (26)
En Noeh zei: "Mijn Heer, laat niet een van de ongelovigen op de aarde blijven wonen
إِنَّكَ إِن تَذَرْهُمْ يُضِلُّوا عِبَادَكَ وَلَا يَلِدُوا إِلَّا فَاجِرًا كَفَّارًا (27)
Immers, als U hen laat zullen zij Uw dienaren tot dwaling brengen en alleen maar overtreders en ondankbaren voortbrengen
رَّبِّ اغْفِرْ لِي وَلِوَالِدَيَّ وَلِمَن دَخَلَ بَيْتِيَ مُؤْمِنًا وَلِلْمُؤْمِنِينَ وَالْمُؤْمِنَاتِ وَلَا تَزِدِ الظَّالِمِينَ إِلَّا تَبَارًا (28)
Mijn Heer, vergeef mij en mijn ouders en wie mijn huis als gelovige binnenkomen, en de gelovige mannen en vrouwen. En laat de ongelovigen alleen maar meer vernietigd worden
❮ Previous Next ❯

Surahs from Quran :

1- Fatiha2- Baqarah
3- Al Imran4- Nisa
5- Maidah6- Anam
7- Araf8- Anfal
9- Tawbah10- Yunus
11- Hud12- Yusuf
13- Raad14- Ibrahim
15- Hijr16- Nahl
17- Al Isra18- Kahf
19- Maryam20- TaHa
21- Anbiya22- Hajj
23- Muminun24- An Nur
25- Furqan26- Shuara
27- Naml28- Qasas
29- Ankabut30- Rum
31- Luqman32- Sajdah
33- Ahzab34- Saba
35- Fatir36- Yasin
37- Assaaffat38- Sad
39- Zumar40- Ghafir
41- Fussilat42- shura
43- Zukhruf44- Ad Dukhaan
45- Jathiyah46- Ahqaf
47- Muhammad48- Al Fath
49- Hujurat50- Qaf
51- zariyat52- Tur
53- Najm54- Al Qamar
55- Rahman56- Waqiah
57- Hadid58- Mujadilah
59- Al Hashr60- Mumtahina
61- Saff62- Jumuah
63- Munafiqun64- Taghabun
65- Talaq66- Tahrim
67- Mulk68- Qalam
69- Al-Haqqah70- Maarij
71- Nuh72- Jinn
73- Muzammil74- Muddathir
75- Qiyamah76- Insan
77- Mursalat78- An Naba
79- Naziat80- Abasa
81- Takwir82- Infitar
83- Mutaffifin84- Inshiqaq
85- Buruj86- Tariq
87- Al Ala88- Ghashiya
89- Fajr90- Al Balad
91- Shams92- Lail
93- Duha94- Sharh
95- Tin96- Al Alaq
97- Qadr98- Bayyinah
99- Zalzalah100- Adiyat
101- Qariah102- Takathur
103- Al Asr104- Humazah
105- Al Fil106- Quraysh
107- Maun108- Kawthar
109- Kafirun110- Nasr
111- Masad112- Ikhlas
113- Falaq114- An Nas