Quran with Danish translation - Surah Az-Zumar ayat 38 - الزُّمَر - Page - Juz 24
﴿وَلَئِن سَأَلۡتَهُم مَّنۡ خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ لَيَقُولُنَّ ٱللَّهُۚ قُلۡ أَفَرَءَيۡتُم مَّا تَدۡعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ إِنۡ أَرَادَنِيَ ٱللَّهُ بِضُرٍّ هَلۡ هُنَّ كَٰشِفَٰتُ ضُرِّهِۦٓ أَوۡ أَرَادَنِي بِرَحۡمَةٍ هَلۡ هُنَّ مُمۡسِكَٰتُ رَحۡمَتِهِۦۚ قُلۡ حَسۡبِيَ ٱللَّهُۖ عَلَيۡهِ يَتَوَكَّلُ ٱلۡمُتَوَكِّلُونَ ﴾
[الزُّمَر: 38]
﴿ولئن سألتهم من خلق السموات والأرض ليقولن الله قل أفرأيتم ما تدعون﴾ [الزُّمَر: 38]
Van De Taal Indien gij hun vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?", zullen zij voorzeker antwoorden: "Allah". Zeg: "Vertelt mij (dan) wat gij naast Allah aanroept, kunnen zij, indien Allah mij zou willen benadelen, Zijn schade verwijderen? Of als Hij mij barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheid dan tegenhouden?" Zeg: "Allah is mij voldoende. In Hem zullen de vertrouwenden hun vertrouwen stellen |