Quran with Dutch translation - Surah Al-Ma’idah ayat 5 - المَائدة - Page - Juz 6
﴿ٱلۡيَوۡمَ أُحِلَّ لَكُمُ ٱلطَّيِّبَٰتُۖ وَطَعَامُ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ حِلّٞ لَّكُمۡ وَطَعَامُكُمۡ حِلّٞ لَّهُمۡۖ وَٱلۡمُحۡصَنَٰتُ مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنَٰتِ وَٱلۡمُحۡصَنَٰتُ مِنَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ مِن قَبۡلِكُمۡ إِذَآ ءَاتَيۡتُمُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ مُحۡصِنِينَ غَيۡرَ مُسَٰفِحِينَ وَلَا مُتَّخِذِيٓ أَخۡدَانٖۗ وَمَن يَكۡفُرۡ بِٱلۡإِيمَٰنِ فَقَدۡ حَبِطَ عَمَلُهُۥ وَهُوَ فِي ٱلۡأٓخِرَةِ مِنَ ٱلۡخَٰسِرِينَ ﴾
[المَائدة: 5]
﴿اليوم أحل لكم الطيبات وطعام الذين أوتوا الكتاب حل لكم وطعامكم حل﴾ [المَائدة: 5]
Salomo Keyzer Heden is het u geoorloofd zulke dingen te eten, die goed zijn, en het voedsel van diegenen, aan wie de schriften werd gegeven is u mede als geoorloofd toegestaan; en uw voedsel is hun geoorloofd. En gij moogt vrije vrouwen huwen, die geloovig zijn, en ook vrije vrouwen van hen, die de schriften vóór u hebben ontvangen, als gij haar heuren bruidschat hebt toegekend. Leeft kuisch met haar; bedrijft nimmer hoererij, noch neemt haar als bijzit. Hij, die het geloof verzaakt, diens werk zal ijdel zijn, en in het volgende leven zal hij vergaan |
Sofian S. Siregar Op deze dag zijn alle goede (zaken) voor jullie toegestaan gemaakt, en het voedsel (geslachte dieren) van de Lieden van de Schrift is jullie toegestam en jullie voedsel is hun toegestaan. (Toegestaan om mee te trouwen zijn:) de eerbare vrouwen onder de gelovige vrouwen en de eerbare vrouwen onder degenen die de Schrift vóór jullie gegeven is; indien jullie hun hun bruidschatten geven, in eerbaairheid handelend en niet in ontucht en neemt Seen minnaressen. En degene die het geloof verwerpt: zijn werk draagt waarlijk geen vrucht en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers |
Van De Taal Alle goede dingen zijn u deze dag geoorloofd. Het voedsel der mensen van het Boek is u geoorloofd en uw voedsel is hun toegestaan. En geoorloofd zijn voor u kuise, gelovige vrouwen en kuise vrouwen uit het midden dergenen, wie het Boek was gegeven v��r u, wanneer gij haar haar huwelijksgift geeft, een geldig huwelijk aangaande en geen ontucht plegende, noch heimelijk minnaressen nemende. En wie het geloof verwerpt, diens werk is waarlijk tevergeefs en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn |