Quran with Dutch translation - Surah Al-Isra’ ayat 101 - الإسرَاء - Page - Juz 15
﴿وَلَقَدۡ ءَاتَيۡنَا مُوسَىٰ تِسۡعَ ءَايَٰتِۭ بَيِّنَٰتٖۖ فَسۡـَٔلۡ بَنِيٓ إِسۡرَٰٓءِيلَ إِذۡ جَآءَهُمۡ فَقَالَ لَهُۥ فِرۡعَوۡنُ إِنِّي لَأَظُنُّكَ يَٰمُوسَىٰ مَسۡحُورٗا ﴾
[الإسرَاء: 101]
﴿ولقد آتينا موسى تسع آيات بينات فاسأل بني إسرائيل إذ جاءهم فقال﴾ [الإسرَاء: 101]
Salomo Keyzer Wij gaven vroeger aan Mozes de macht om negen duidelijke teekens te toonen. En vraag de kinderen Israëls nopens het verhaal van Mozes, toen hij tot hen kwam en Pharao tot hem zeide: Waarlijk, ik geloof dat gij, o Mozes! door eene betoovering beheerscht zijt |
Sofian S. Siregar En voorzeker, Wij hebben Môesa negen duidelijke Tekenen gegeven, en vraag de kinderen van Israël (O Moehammad) toen hij (Môesa) tot hen kwam, en Fir'aun tot hen zei: "Voorwaar, ik verondemel zeker dat jij, O Môesa, betoverd bent |
Van De Taal En voorwaar, wij schonken Mozes negen duidelijke tekenen. Vraag dit aan de kinderen van Isra�l. Toen hij tot hen kwam, zeide Pharao tot hem: 'Ik geloof, O Mozes, dat gij een betoverd mens zijt |