Quran with Dutch translation - Surah Saba’ ayat 45 - سَبإ - Page - Juz 22
﴿وَكَذَّبَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ وَمَا بَلَغُواْ مِعۡشَارَ مَآ ءَاتَيۡنَٰهُمۡ فَكَذَّبُواْ رُسُلِيۖ فَكَيۡفَ كَانَ نَكِيرِ ﴾
[سَبإ: 45]
﴿وكذب الذين من قبلهم وما بلغوا معشار ما آتيناهم فكذبوا رسلي فكيف﴾ [سَبإ: 45]
Salomo Keyzer Zij die vóór hen waren, beschuldigden hunnen profeet op dezelfde wijze van bedrog; maar deze verkregen niet het tiende gedeelte der rijkdommen en der sterkte welke wij aan de anderen schonken, en zij beschuldigden mijne gezanten van valschheid. Hoe gestreng was echter mijne kastijding |
Sofian S. Siregar En degenen vóór hen loochenden terwijl zij (de ongelovigen) nog geen tiende hadden bereikt van wat Wij hun (de nlachtige volkeren) hadden gegeven. En zij loochenden Mijn Boodschappers. En hoe (verschrikkelijk) was toen Mijn afschuw |
Van De Taal Zij, die v��r hen waren verloochenden ook - en zij hebben zelfs geen tiende bereikt van hetgeen Wij hun gaven - zij verloochenden Mijn Boodschappers en hoe (streng) was dan Mijn afkeuring |