Quran with Dutch translation - Surah Az-Zumar ayat 25 - الزُّمَر - Page - Juz 23
﴿كَذَّبَ ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ فَأَتَىٰهُمُ ٱلۡعَذَابُ مِنۡ حَيۡثُ لَا يَشۡعُرُونَ ﴾
[الزُّمَر: 25]
﴿كذب الذين من قبلهم فأتاهم العذاب من حيث لا يشعرون﴾ [الزُّمَر: 25]
Salomo Keyzer Zij die vóór hen waren, beschuldigden hunnen gezanten van bedrog; daarom kwam eene straf op hen, van waar zij het niet verwachtten |
Sofian S. Siregar Degenen vóór hen loochenden, zodat de bestraffing tot hen kwam uit richtingen die zij niet vermoedden |
Van De Taal Ook degenen die v��r hen waren, verloochenden, daarom kwam de straf over hen zonder dat zij bemerkten van waar |