Quran with Dutch translation - Surah An-Nisa’ ayat 8 - النِّسَاء - Page - Juz 4
﴿وَإِذَا حَضَرَ ٱلۡقِسۡمَةَ أُوْلُواْ ٱلۡقُرۡبَىٰ وَٱلۡيَتَٰمَىٰ وَٱلۡمَسَٰكِينُ فَٱرۡزُقُوهُم مِّنۡهُ وَقُولُواْ لَهُمۡ قَوۡلٗا مَّعۡرُوفٗا ﴾
[النِّسَاء: 8]
﴿وإذا حضر القسمة أولو القربى واليتامى والمساكين فارزقوهم منه وقولوا لهم قولا﴾ [النِّسَاء: 8]
Salomo Keyzer Indien de verwanten, weezen en armen tegenwoordig zijn bij de deeling, verdeel dan een gedeelte onder hen, en spreek hen ten minste vriendelijk aan, indien er weinig aanwezig is |
Sofian S. Siregar En wanneer bij de verdeling verwanten (zonder erfrecht) en wezen en armen aanwezig zijn: voorziet hen ervan en spreekt tot hen met vriendelijke woorden |
Van De Taal Wanneer verwanten en wezen en de armen bij de verdeling (der erfenis) aanwezig zijn, geeft hun er iets van en spreekt vriendelijke woorden tot hen |