Quran with Dutch translation - Surah Al-Ma’idah ayat 26 - المَائدة - Page - Juz 6
﴿قَالَ فَإِنَّهَا مُحَرَّمَةٌ عَلَيۡهِمۡۛ أَرۡبَعِينَ سَنَةٗۛ يَتِيهُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِۚ فَلَا تَأۡسَ عَلَى ٱلۡقَوۡمِ ٱلۡفَٰسِقِينَ ﴾
[المَائدة: 26]
﴿قال فإنها محرمة عليهم أربعين سنة يتيهون في الأرض فلا تأس على﴾ [المَائدة: 26]
Salomo Keyzer God antwoordde: Waarlijk het land zal hun gedurende veertig jaren ontzegd zijn; gedurende welken tijd zij op de aarde zullen dwalen: pleit dus niet alzoo voor het goddelooze volk |
Sofian S. Siregar Hij (Allah) zei: "Het is daarom dat (het land) voor veertig jaren voor hen verboden wordt, (gedurende die periode) zullen zij rusteloos op aarde rondgaan. Treur daarom niet over het zwaar zondiee volk |
Van De Taal Allah zeide: 'Voorzeker, dat (land) is voor hen voor veertig jaren verboden; dwalende zullen zij door het land trekken. Bekommer u daarom niet over het ongehoorzame volk |