Quran with Dutch translation - Surah Al-hadid ayat 26 - الحدِيد - Page - Juz 27
﴿وَلَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا نُوحٗا وَإِبۡرَٰهِيمَ وَجَعَلۡنَا فِي ذُرِّيَّتِهِمَا ٱلنُّبُوَّةَ وَٱلۡكِتَٰبَۖ فَمِنۡهُم مُّهۡتَدٖۖ وَكَثِيرٞ مِّنۡهُمۡ فَٰسِقُونَ ﴾
[الحدِيد: 26]
﴿ولقد أرسلنا نوحا وإبراهيم وجعلنا في ذريتهما النبوة والكتاب فمنهم مهتد وكثير﴾ [الحدِيد: 26]
Salomo Keyzer Wij zonden vroeger Noach en Abraham, en wij gaven hunne nakomelingen de gift der profetie en de schrift en sommigen van hen werden geleid; maar velen van hen waren boosdoeners |
Sofian S. Siregar En voorzeker zonden Wij Nôeh en Ibrâhîm en vestigden onder hun nakomelingen het Profeetschap en de Schrift. Onder hen waren er die de Leiding volgden, maar velen onder hen waren zwaar zondigen |
Van De Taal En Wij zonden Noach en Abraham, en Wij plaatsten in hun nageslacht het profetenambt en het Boek. En enigen van hen waren op het rechte pad, maar de meesten hunner waren overtreders |