Quran with Dutch translation - Surah Al-Mujadilah ayat 8 - المُجَادلة - Page - Juz 28
﴿أَلَمۡ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ نُهُواْ عَنِ ٱلنَّجۡوَىٰ ثُمَّ يَعُودُونَ لِمَا نُهُواْ عَنۡهُ وَيَتَنَٰجَوۡنَ بِٱلۡإِثۡمِ وَٱلۡعُدۡوَٰنِ وَمَعۡصِيَتِ ٱلرَّسُولِۖ وَإِذَا جَآءُوكَ حَيَّوۡكَ بِمَا لَمۡ يُحَيِّكَ بِهِ ٱللَّهُ وَيَقُولُونَ فِيٓ أَنفُسِهِمۡ لَوۡلَا يُعَذِّبُنَا ٱللَّهُ بِمَا نَقُولُۚ حَسۡبُهُمۡ جَهَنَّمُ يَصۡلَوۡنَهَاۖ فَبِئۡسَ ٱلۡمَصِيرُ ﴾
[المُجَادلة: 8]
﴿ألم تر إلى الذين نهوا عن النجوى ثم يعودون لما نهوا عنه﴾ [المُجَادلة: 8]
Salomo Keyzer Hebt gij degenen niet opgemerkt, aan wie het ontzegd werd, verboden gesprekken te voeren, maar die nochtans terugkeerden tot hetgeen hun was verboden, en heimelijk onder elkander van zonde spraken en van vijandschap en van ongehoorzaamheid nopens den gezant? En als zij tot u komen, begroeten zij u met een groet, waarmede God u niet begroet, en zij zeggen spottenderwijze tot elkander: Zou God ons niet straffen voor hetgeen wij zeggen, indien deze man een profeet ware? De hel zal eene toereikende straf voor hen zijn; zij zullen die binnengaan om verbrand te worden, en dat zal een ongelukkig verblijf wezen |
Sofian S. Siregar Zie jij degenen niet die het geheime gesprek verboden werd? Daarop vervielen zij tot dat wat hun verboden werd. En zij voerden geheime gesprekken omwille van zonde, vijandigheid en opstand tegen de Boodschapper. En wanneer zij tot jou kwamen, begroetten zij jou niet met de woorden waarmee Allah jou begroet, en zij zeggen onder elkaar: "Had Allah ons maar bestraft voor wat wij zeiden." De Hel is voldoende voor hen. Daarin zullen zij branden. En dat is de slechtste plaats van terugkeer |
Van De Taal Hebt gij degenen niet waargenomen, wie de geheime samenzwering was verboden maar die daarna terugkeerden naar hetgeen hun verboden was en heimelijk beraadslagen in zonde, overtreding en ongehoorzaamheid jegens de boodschapper? En als zij tot u komen, groeten zij u met een groet, waar Allah u niet mee begroet; maar onder elkander zeggen zij: 'Waarom straft Allah ons niet voor hetgeen uw (tegen de profeet) zeggen?' Genoegzaam voor hen is de hel waarin zij zullen branden; en deze is een slechte bestemming |