Quran with Dutch translation - Surah Al-An‘am ayat 50 - الأنعَام - Page - Juz 7
﴿قُل لَّآ أَقُولُ لَكُمۡ عِندِي خَزَآئِنُ ٱللَّهِ وَلَآ أَعۡلَمُ ٱلۡغَيۡبَ وَلَآ أَقُولُ لَكُمۡ إِنِّي مَلَكٌۖ إِنۡ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَيَّۚ قُلۡ هَلۡ يَسۡتَوِي ٱلۡأَعۡمَىٰ وَٱلۡبَصِيرُۚ أَفَلَا تَتَفَكَّرُونَ ﴾
[الأنعَام: 50]
﴿قل لا أقول لكم عندي خزائن الله ولا أعلم الغيب ولا أقول﴾ [الأنعَام: 50]
Salomo Keyzer Zeg: ik zeg niet tot u, de schatten van God zijn in mijne macht, of dat ik de verborgenheden van God ken; ik zeg u niet dat ik een engel ben: ik volg alleen wat mij werd geopenbaard. Zeg: Zullen de blinde en de ziende gelijk gesteld worden? Zult gij dat niet overwegen |
Sofian S. Siregar Zeg: "Ik zeg jullie niet dat de schatten ven Allah bij mij zijn en niet dat ik het verborgene ken, en ik zeg jullie niet dat ik een Engel ben: ik volg slechts wat aan mij geopenbaard wordt." Zeg: "Zijn de blinden en de zienden gelijk? Denken jullie dan niet na |
Van De Taal Zeg: 'Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke ken, noch zeg ik tot u: ´Ik ben een engel´; ik volg slechts hetgeen mij wordt geopenbaard.' Zeg: 'Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt gij dan niet nadenken |