Quran with Dutch translation - Surah Al-An‘am ayat 51 - الأنعَام - Page - Juz 7
﴿وَأَنذِرۡ بِهِ ٱلَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحۡشَرُوٓاْ إِلَىٰ رَبِّهِمۡ لَيۡسَ لَهُم مِّن دُونِهِۦ وَلِيّٞ وَلَا شَفِيعٞ لَّعَلَّهُمۡ يَتَّقُونَ ﴾
[الأنعَام: 51]
﴿وأنذر به الذين يخافون أن يحشروا إلى ربهم ليس لهم من دونه﴾ [الأنعَام: 51]
Salomo Keyzer Predik het tot hen, die vreezen voor hunnen Heer verzameld te worden; zij zullen schuts noch voorspraak hebben, behalve Hem; misschien zullen zij hem vreezen |
Sofian S. Siregar En waarschuw daarmee degenen dit vrezen dat zij tot hun Heer verzameld zullen worden: er is voor hen naast Hem geen Helper en geen Voorspreker. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen |
Van De Taal Waarschuw daarmede degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden verzameld, dat zij buiten Hem vriend noch bemiddelaar hebben, opdat zij (God) mogen vrezen |