Quran with Danish translation - Surah Ta-Ha ayat 121 - طه - Page - Juz 16
﴿فَأَكَلَا مِنۡهَا فَبَدَتۡ لَهُمَا سَوۡءَٰتُهُمَا وَطَفِقَا يَخۡصِفَانِ عَلَيۡهِمَا مِن وَرَقِ ٱلۡجَنَّةِۚ وَعَصَىٰٓ ءَادَمُ رَبَّهُۥ فَغَوَىٰ ﴾
[طه: 121]
﴿فأكلا منها فبدت لهما سوآتهما وطفقا يخصفان عليهما من ورق الجنة وعصى﴾ [طه: 121]
Van De Taal Zo aten beiden er van, waardoor hun schaamte hun duidelijk werd en zij zich begonnen te bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer, derhalve leed hij |