Quran with Dutch translation - Surah Hud ayat 61 - هُود - Page - Juz 12
﴿۞ وَإِلَىٰ ثَمُودَ أَخَاهُمۡ صَٰلِحٗاۚ قَالَ يَٰقَوۡمِ ٱعۡبُدُواْ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنۡ إِلَٰهٍ غَيۡرُهُۥۖ هُوَ أَنشَأَكُم مِّنَ ٱلۡأَرۡضِ وَٱسۡتَعۡمَرَكُمۡ فِيهَا فَٱسۡتَغۡفِرُوهُ ثُمَّ تُوبُوٓاْ إِلَيۡهِۚ إِنَّ رَبِّي قَرِيبٞ مُّجِيبٞ ﴾
[هُود: 61]
﴿وإلى ثمود أخاهم صالحا قال ياقوم اعبدوا الله ما لكم من إله﴾ [هُود: 61]
Salomo Keyzer En tot den stam van Thamoed zonden wij hunnen broeder Saleh. Hij zeide tot hen: O mijn volk! aanbid God, gij hebt geen God buiten hem. Hij is het, die u uit de aarde voortbracht en u eene woning daarop heeft geschonken. Vraag hem dus vergiffenis en wend u tot hem; want mijn Heer is nabij, en gereed te antwoorden |
Sofian S. Siregar En tot de Tsamôed zonden Wij hun broeder Shâlih, hij zei: "O mijn volk, aanbidt Allah, er is voor jullie geen god dan Hij, Hij is Degene Die jullie uit de aairde heeft doen onstm en die jullie daarop heeft gevestigd, vraagt Hem daarom om vergeving en wendt jullie dan in berouw tot Hem. Voorwaar, mijn Heer is nabij, Verberend |
Van De Taal En tot de Samoed zeide hun broeder Salih: 'O, mijn volk, aanbid Allah; gij hebt geen God naast Hem. Hij wekte u op vanuit de aarde en vestigde u er. Vraagt vergiffenis aan Hem en bekeert u tot Hem. Voorwaar, mijn Heer is nabij, Verhorende |