Quran with Dutch translation - Surah Al-Isra’ ayat 20 - الإسرَاء - Page - Juz 15
﴿كُلّٗا نُّمِدُّ هَٰٓؤُلَآءِ وَهَٰٓؤُلَآءِ مِنۡ عَطَآءِ رَبِّكَۚ وَمَا كَانَ عَطَآءُ رَبِّكَ مَحۡظُورًا ﴾ 
[الإسرَاء: 20]
﴿كلا نمد هؤلاء وهؤلاء من عطاء ربك وما كان عطاء ربك محظورا﴾ [الإسرَاء: 20]
| Salomo Keyzer Wij verleenen de gaven van uwen Heer aan dezen en aan genen; want Gods gaven zullen niemand worden geweigerd | 
| Sofian S. Siregar Beide groepen, voornoemde en laatstgenoemde, geven Wij ondersteuning van jouw Heer, en de ondersteuning van jouw Heer is onafwendbaar | 
| Van De Taal Aan iedereen - zowel aan dezen als genen - verstrekken Wij onze gaven. De gaven van uw Heer zijn niet beperkt |