Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 154 - آل عِمران - Page - Juz 4
﴿ثُمَّ أَنزَلَ عَلَيۡكُم مِّنۢ بَعۡدِ ٱلۡغَمِّ أَمَنَةٗ نُّعَاسٗا يَغۡشَىٰ طَآئِفَةٗ مِّنكُمۡۖ وَطَآئِفَةٞ قَدۡ أَهَمَّتۡهُمۡ أَنفُسُهُمۡ يَظُنُّونَ بِٱللَّهِ غَيۡرَ ٱلۡحَقِّ ظَنَّ ٱلۡجَٰهِلِيَّةِۖ يَقُولُونَ هَل لَّنَا مِنَ ٱلۡأَمۡرِ مِن شَيۡءٖۗ قُلۡ إِنَّ ٱلۡأَمۡرَ كُلَّهُۥ لِلَّهِۗ يُخۡفُونَ فِيٓ أَنفُسِهِم مَّا لَا يُبۡدُونَ لَكَۖ يَقُولُونَ لَوۡ كَانَ لَنَا مِنَ ٱلۡأَمۡرِ شَيۡءٞ مَّا قُتِلۡنَا هَٰهُنَاۗ قُل لَّوۡ كُنتُمۡ فِي بُيُوتِكُمۡ لَبَرَزَ ٱلَّذِينَ كُتِبَ عَلَيۡهِمُ ٱلۡقَتۡلُ إِلَىٰ مَضَاجِعِهِمۡۖ وَلِيَبۡتَلِيَ ٱللَّهُ مَا فِي صُدُورِكُمۡ وَلِيُمَحِّصَ مَا فِي قُلُوبِكُمۡۚ وَٱللَّهُ عَلِيمُۢ بِذَاتِ ٱلصُّدُورِ ﴾
[آل عِمران: 154]
﴿ثم أنـزل عليكم من بعد الغم أمنة نعاسا يغشى طائفة منكم وطائفة﴾ [آل عِمران: 154]
Salomo Keyzer Toen liet God, na de droefheid, tot verkwikking, eenigen in diepen slaap vallen. Een ander deel der uwen werd verontrust door zich zelven, terwijl zij valsche en dwaze denkbeelden van God hadden, en zeiden: zal een gedeelte van die zaak met ons gebeuren. Zeg: waarlijk, alles behoort God. Zij verbergen gedachten in hunne harten, die zij u niet openbaren, zeggende: indien een dergelijke zaak met ons gebeurd ware, wij waren hier niet geslagen geworden. Antwoordt hun: Indien gij zelfs in uwe huizen waart gebleven, dan hadden toch zij, wier dood bestemd was, naar buiten naar de plaats moeten gaan om daar te sterven. God wilde daardoor de gevoelens en gedachten uwer harten onderzoeken; want God kent het binnenste van het hart der menschen |
Sofian S. Siregar Toen liet Hij na de ramp een vreedzame slaap over jullie neerdalen waardoor een groep van jullie bevangen werd, en een groep maakte zichzelf bang door op onterechte wijze over Allah te denken, denkend volgens de onwetendheid, zeggend: "Hebben wij over de zaak iets te zeggen?" Zeg (O, Moehammad): "Voorwaar, de zaak behoort geheel aan Allah toe." Zij verbergen in hun zielen wat zij jou niet laten merken. Zij zeggen: "Hadden wij maar over de zaak iets te zeggen, dan zouden wij hier niet gedood worden." Zeg (O Moehammad): "Al waren jullie in jullie huizen gebleven: degenen voor wie de dood bepaald was, zouden naar hun rustplaatsen vertrokken zijn." (Dit is) opdat Allah dat wat in jullie binnensten is op de proef stelt, en opdat Hij reinigt wat in jullie harten is. En Allah is op de hoogte van het bimenste van de harten |
Van De Taal Toen zond Hij na de smart een vredige sluimer over u neder, die een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd over zichzelf, terwijl zij ten onrechte, over Allah de gedachte der onwetendheid koesterden. Zij zeiden: 'Hebben wij iets met de zaak uit te staan?' Zeg: 'De zaak is geheel in Allah´s handen.' Zij verbergen in hun gedachten hetgeen zij niet aan u onthullen; zij zeggen: 'Als de zaak in onze handen was geweest zouden wij hier niet hebben moeten vechten.' Zeg: 'Indien gij in uw huizen waart gebleven, zouden zij wie het strijden was bevolen, zeker naar de plaats waar zij zouden sterven, zijn gegaan, opdat Allah mocht beproeven wat in uw innerlijk was en louteren wat in uw hart was. Allah weet, wat in het innerlijk is |