Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 38 - آل عِمران - Page - Juz 3
﴿هُنَالِكَ دَعَا زَكَرِيَّا رَبَّهُۥۖ قَالَ رَبِّ هَبۡ لِي مِن لَّدُنكَ ذُرِّيَّةٗ طَيِّبَةًۖ إِنَّكَ سَمِيعُ ٱلدُّعَآءِ ﴾
[آل عِمران: 38]
﴿هنالك دعا زكريا ربه قال رب هب لي من لدنك ذرية طيبة﴾ [آل عِمران: 38]
Salomo Keyzer Daarop bad Zacharias God, en zeide: o God! schenk mij eene gezegende nakomelingschap; want Gij zijt de verhoorder der gebeden |
Sofian S. Siregar Daar smeekte Zakariyyâ zijn Heer, hij zei: "O, mijn Heer, schenk mij van U een goed nageslacht, voorwaar, U bent het die de smeekbede verhoot |
Van De Taal Toen bad Zacharia tot zijn Heer: 'Mijn Heer geef mij een rein nageslacht; voorzeker, Gij verhoort het gebed |