Quran with Dutch translation - Surah Al-A‘raf ayat 66 - الأعرَاف - Page - Juz 8
﴿قَالَ ٱلۡمَلَأُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ مِن قَوۡمِهِۦٓ إِنَّا لَنَرَىٰكَ فِي سَفَاهَةٖ وَإِنَّا لَنَظُنُّكَ مِنَ ٱلۡكَٰذِبِينَ ﴾
[الأعرَاف: 66]
﴿قال الملأ الذين كفروا من قومه إنا لنراك في سفاهة وإنا لنظنك﴾ [الأعرَاف: 66]
Salomo Keyzer De opperhoofden van hen onder zijn volk die niet geloofden, antwoordden: Waarlijk, wij zien dat gij door dwaasheid wordt geleid, en wij houden u voor een der leugenaars |
Sofian S. Siregar De vooraanstaanden onder zijn volk, die ongelovig waren, zeiden: "Voorwaar, wij zien dat jij in dwaasheid verkeert; en voorwar, wij menen zeker dat jij tot de leugenaars behoort |
Van De Taal De ongelovige leiders van zijn volk zeiden: 'Wij zien u als een dwaze en wij denken, dat gij tot de leugenaars behoort |