Quran with Dutch translation - Surah Yusuf ayat 66 - يُوسُف - Page - Juz 13
﴿قَالَ لَنۡ أُرۡسِلَهُۥ مَعَكُمۡ حَتَّىٰ تُؤۡتُونِ مَوۡثِقٗا مِّنَ ٱللَّهِ لَتَأۡتُنَّنِي بِهِۦٓ إِلَّآ أَن يُحَاطَ بِكُمۡۖ فَلَمَّآ ءَاتَوۡهُ مَوۡثِقَهُمۡ قَالَ ٱللَّهُ عَلَىٰ مَا نَقُولُ وَكِيلٞ ﴾
[يُوسُف: 66]
﴿قال لن أرسله معكم حتى تؤتون موثقا من الله لتأتنني به إلا﴾ [يُوسُف: 66]
Salomo Keyzer Jacob zeide: ik wil hem volstrekt niet met u zenden, tenzij gij mij eene plechtige belofte aflegt en bij God zweert, dat gij hem zekerlijk tot mij zult terugbrengen, behalve wanneer zich een onoverkomelijke hinderpaal daartegen opdoet. En toen zij hem hunne plechtige belofte hadden gegeven, zeide hij: God is getuige van hetgeen wij zeggen |
Sofian S. Siregar Hij (Ya'q-ôeb) zei: "Ik zal hem nooit met jullie mee laten gaan, vóórdat jullie een belofte afleggen in de Naam van Allah: dat jullie hem zeker bij mij terug zullen brengen, behalve als jullie omsingeld worden." Toen zij hun beloften afgelegd hadden, zei hij: "Allah is Gelitige van wat wij gezegd hebben |
Van De Taal Hij (Jacob) zeide: 'Ik zal hem niet met u medezenden voordat gij mij een ernstige belofte aflegt in de naam van Allah, dat gij hem zeker tot mij zult brengen tenzij gij allen omsingeld zoudt worden.' En toen zij de belofte hadden afgelegd, zeide hij: 'Allah waakt over hetgeen wij zeggen |