Quran with Dutch translation - Surah An-Nahl ayat 27 - النَّحل - Page - Juz 14
﴿ثُمَّ يَوۡمَ ٱلۡقِيَٰمَةِ يُخۡزِيهِمۡ وَيَقُولُ أَيۡنَ شُرَكَآءِيَ ٱلَّذِينَ كُنتُمۡ تُشَٰٓقُّونَ فِيهِمۡۚ قَالَ ٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡعِلۡمَ إِنَّ ٱلۡخِزۡيَ ٱلۡيَوۡمَ وَٱلسُّوٓءَ عَلَى ٱلۡكَٰفِرِينَ ﴾
[النَّحل: 27]
﴿ثم يوم القيامة يخزيهم ويقول أين شركائي الذين كنتم تشاقون فيهم قال﴾ [النَّحل: 27]
Salomo Keyzer Ook op den dag der opstanding zal hij hen met schande bedekken en zal hij zeggen: Waar zijn mijne makkers, over welke gij getwist hebt? Zij, aan wie verstand zal zijn gegeven, zullen antwoorden: Op dezen dag zullen schande en ellende over de ongeloovigen komen |
Sofian S. Siregar Vervolgens zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen, en zeggen: "Waar zijn Mijn (zogenaamde)deelgenoten waarover jullie (met de gelovigen) plachten te redetwisten?" Degenen die kennis gegeven is, zullen zeggen: "Voorwaar, op deze Dag is er vernedering en kwaad voor de ongelovigen |
Van De Taal Dan zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen en Hij zal zeggen: 'Waar zijn Mijn medegoden, ter wille van wie gij placht te strijden?' Degenen, die met kennis zign begiftigd zullen antwoorden: 'Schande en kwelling zullen deze Dag voorzeker over de ongelovigen zijn |