Quran with Dutch translation - Surah Al-Baqarah ayat 243 - البَقَرَة - Page - Juz 2
﴿۞ أَلَمۡ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ خَرَجُواْ مِن دِيَٰرِهِمۡ وَهُمۡ أُلُوفٌ حَذَرَ ٱلۡمَوۡتِ فَقَالَ لَهُمُ ٱللَّهُ مُوتُواْ ثُمَّ أَحۡيَٰهُمۡۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَذُو فَضۡلٍ عَلَى ٱلنَّاسِ وَلَٰكِنَّ أَكۡثَرَ ٱلنَّاسِ لَا يَشۡكُرُونَ ﴾
[البَقَرَة: 243]
﴿ألم تر إلى الذين خرجوا من ديارهم وهم ألوف حذر الموت فقال﴾ [البَقَرَة: 243]
Salomo Keyzer Hebt gij hen nog niet beschouwd die hunne woningen verlieten (zoo waren er duizenden) uit vrees voor den dood. God zeide tot hen: Sterft. Daarop wekte Hij hen weder op; want God is genadig voor de menschen, doch het grootste gedeelte hunner bedankt hem niet voor zijne weldaden |
Sofian S. Siregar Heb jij degenen niet gezien die uit hun huizen vluchtten terwijl zij met duizenden waren, uit angst voor de dood? Allah zei toen tot hen: "Sterft!" Daarna bracht Hij hen weer tot leven. Voorwaar, Allah is de Bezitter van Gunsten voor de mensen, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar |
Van De Taal Weet gij niet van degenen, die uit angst voor de dood hun huizen verlieten - het waren er duizenden. Allah zeide tot hen: 'Sterft' en dan schonk Hij hun leven. Voorzeker, Allah is genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar |