Quran with Dutch translation - Surah Ta-Ha ayat 131 - طه - Page - Juz 16
﴿وَلَا تَمُدَّنَّ عَيۡنَيۡكَ إِلَىٰ مَا مَتَّعۡنَا بِهِۦٓ أَزۡوَٰجٗا مِّنۡهُمۡ زَهۡرَةَ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا لِنَفۡتِنَهُمۡ فِيهِۚ وَرِزۡقُ رَبِّكَ خَيۡرٞ وَأَبۡقَىٰ ﴾
[طه: 131]
﴿ولا تمدن عينيك إلى ما متعنا به أزواجا منهم زهرة الحياة الدنيا﴾ [طه: 131]
Salomo Keyzer En werp uwe oogen niet op datgene wat wij aan verschillende ongeloovigen hebben verleend, om zich er in te verheugen: namelijk den glans van dit leven, om hen daardoor te beproeven; want het deel van uwen Heer is beter en van langeren duur |
Sofian S. Siregar En kijk niet met uitpuilende ogen naar wat Wij sommigen van hen aan genietingen hebben geschonken, (het is slechts) de versiering van het wereldse leven, om hen ermee op de proef te stellen. Ein de voorziening van jouw Heer is beter en blijvender |
Van De Taal En wend uw ogen niet naar hetgeen Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid dezer wereld aan verschillenden hunner, om hen daardoor te beproeven. De voorziening van uw Heer is beter en van langer duur |