Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 135 - آل عِمران - Page - Juz 4
﴿وَٱلَّذِينَ إِذَا فَعَلُواْ فَٰحِشَةً أَوۡ ظَلَمُوٓاْ أَنفُسَهُمۡ ذَكَرُواْ ٱللَّهَ فَٱسۡتَغۡفَرُواْ لِذُنُوبِهِمۡ وَمَن يَغۡفِرُ ٱلذُّنُوبَ إِلَّا ٱللَّهُ وَلَمۡ يُصِرُّواْ عَلَىٰ مَا فَعَلُواْ وَهُمۡ يَعۡلَمُونَ ﴾
[آل عِمران: 135]
﴿والذين إذا فعلوا فاحشة أو ظلموا أنفسهم ذكروا الله فاستغفروا لذنوبهم ومن﴾ [آل عِمران: 135]
Salomo Keyzer Degenen, die nadat zij eene booze daad bedreven of een zonde begaan hebben, God gedenken en om vergeving bidden--en wie kan buiten God hunne zonden vergeven?--en niet volharden in het booze dat zij erkennen |
Sofian S. Siregar En degenen die, als zij een zedeloosheid begaan hebben, of zichzelf onrecht aangedaan hebben, daarna Allah gedenken en dan vergeving voor hun zonden vragen, en niemand vergeeft de zonden behalve Allah En zij volharden niet in wat zij deden, terwijl zij (het) weten |
Van De Taal En zij, die wanneer zij een slechte daad begaan of zichzelf onrecht aandoen Allah gedenken en om vergiffenis vragen voor hun zonden - wie kan deze zonden vergeven buiten Allah? - en niet volharden in hun (slechte) daden tegen beter weten in |