Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 148 - آل عِمران - Page - Juz 4
﴿فَـَٔاتَىٰهُمُ ٱللَّهُ ثَوَابَ ٱلدُّنۡيَا وَحُسۡنَ ثَوَابِ ٱلۡأٓخِرَةِۗ وَٱللَّهُ يُحِبُّ ٱلۡمُحۡسِنِينَ ﴾
[آل عِمران: 148]
﴿فآتاهم الله ثواب الدنيا وحسن ثواب الآخرة والله يحب المحسنين﴾ [آل عِمران: 148]
Salomo Keyzer God gaf hun daarvoor in deze wereld belooning en een heerlijk loon in de toekomstige; want God bemint hen die goed doen |
Sofian S. Siregar En Allah gaf hun (daarom) een beloning in de wereld en een goede beloning in het Hiernamaals. En Allah houdt van de weldoeners |
Van De Taal Daarom gaf Allah hun de beloning van deze wereld, alsmede een goede beloning in de volgende en Allah heeft degenen die goeddoen, lief |