Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 191 - آل عِمران - Page - Juz 4
﴿ٱلَّذِينَ يَذۡكُرُونَ ٱللَّهَ قِيَٰمٗا وَقُعُودٗا وَعَلَىٰ جُنُوبِهِمۡ وَيَتَفَكَّرُونَ فِي خَلۡقِ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ رَبَّنَا مَا خَلَقۡتَ هَٰذَا بَٰطِلٗا سُبۡحَٰنَكَ فَقِنَا عَذَابَ ٱلنَّارِ ﴾
[آل عِمران: 191]
﴿الذين يذكرون الله قياما وقعودا وعلى جنوبهم ويتفكرون في خلق السموات والأرض﴾ [آل عِمران: 191]
Salomo Keyzer Die staande, zittende en liggende aan God denken en, bij het nadenken over de schepping van hemel en aarde, uitroepen: O Heer! gij hebt dit niet zonder reden geschapen. Lof zij u. Red ons van de straf des vuurs |
Sofian S. Siregar Degenen die Allah gedenken terwijl zij staan en zitten on op hun zij liggen en nadenken over de schepping van de hemelen en de aarde, (zeggend:) "Onze Heer, U heeft dit (alles) niet voor niets geschapen, glorie zij U, bescherm ons dus tegen de bestraffing van de Hel |
Van De Taal Zij die staande, zittende en op hun zijden liggende Ailah gedenken, en nadenken over de schepping der hemelen en der aarde, zeggende: 'Onze Heer, Gij hebt dit niet tevergeefs geschapen; neen, heilig zijt Gij; red ons daarom van de straf van het Vuur |