Quran with Dutch translation - Surah Ash-Shura ayat 21 - الشُّوري - Page - Juz 25
﴿أَمۡ لَهُمۡ شُرَكَٰٓؤُاْ شَرَعُواْ لَهُم مِّنَ ٱلدِّينِ مَا لَمۡ يَأۡذَنۢ بِهِ ٱللَّهُۚ وَلَوۡلَا كَلِمَةُ ٱلۡفَصۡلِ لَقُضِيَ بَيۡنَهُمۡۗ وَإِنَّ ٱلظَّٰلِمِينَ لَهُمۡ عَذَابٌ أَلِيمٞ ﴾
[الشُّوري: 21]
﴿أم لهم شركاء شرعوا لهم من الدين ما لم يأذن به الله﴾ [الشُّوري: 21]
Salomo Keyzer Hebben de afgodendienaars godheden die hun een godsdienst bevelen, welken God niet heeft veroorloofd? Maar indien het besluit niet ware genomen tot uitstel hunner straf, tot den dag waarop de ongeloovigen van de ware geloovigen zullen worden gescheiden, waarlijk, dan zou reeds tusschen hen zijn geoordeeld; want de onrechtvaardige zal zekerlijk eene pijnlijke marteling ondergaan |
Sofian S. Siregar Hebben zij deelgenoten die hun in de godsdienst dat voorschrijven waartoe Allah geen toestemming heeft gegeven? En als er niet een beslissend Woord (van Allah) was, dan zouden zij reeds bestraft zijn. Voorwaar, voor de onrechtvaardigen is er een pijnlijke bestraffing |
Van De Taal Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden, die hun een godsdienst hebben voorgeschreven welke Allah verboden heeft? Ware Ons gebod voor het laatste gericht niet uitgevaardigd,dan zou de zaak onder hen geoordeeld zijn geweest. Want de onrechtvaardigen zullen zeker een pijnlijke straf ontvangen |