Quran with Dutch translation - Surah Al-Ma’idah ayat 104 - المَائدة - Page - Juz 7
﴿وَإِذَا قِيلَ لَهُمۡ تَعَالَوۡاْ إِلَىٰ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ وَإِلَى ٱلرَّسُولِ قَالُواْ حَسۡبُنَا مَا وَجَدۡنَا عَلَيۡهِ ءَابَآءَنَآۚ أَوَلَوۡ كَانَ ءَابَآؤُهُمۡ لَا يَعۡلَمُونَ شَيۡـٔٗا وَلَا يَهۡتَدُونَ ﴾
[المَائدة: 104]
﴿وإذا قيل لهم تعالوا إلى ما أنـزل الله وإلى الرسول قالوا حسبنا﴾ [المَائدة: 104]
Salomo Keyzer En toen tot hen gezegd werd: Komt tot hetgeen God heeft geopenbaard en tot den apostel, antwoordden zij: Het geloof dat wij bij onze ouderen vonden, is toereikend voor ons, terwijl hunne vaders niets kenden en niet geleid werden |
Sofian S. Siregar En toen tot hen werd gczcgd: "Komt tot wat Allah geopenbaard heeft en tot Zijn Boodschapper," zeiden zij: "Ons is voldoende wat wij (aan leafregels) bij onze vaderen vonden." En dat terwijl hun vaderen niets wisten en geen Leiding volgen |
Van De Taal En wanneer er tot hen wordt gezegd: 'Komt tot hetgeen Allah heeft geopenbaard en tot de boodschapper,' zeggen zij: 'Voor ons is datgene waarin wij onze vaderen zagen geloven, voldoende.' Zelfs indien hun vaderen niets wisten en geen leiding hadden |