Quran with Dutch translation - Surah Al-Ma’idah ayat 36 - المَائدة - Page - Juz 6
﴿إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لَوۡ أَنَّ لَهُم مَّا فِي ٱلۡأَرۡضِ جَمِيعٗا وَمِثۡلَهُۥ مَعَهُۥ لِيَفۡتَدُواْ بِهِۦ مِنۡ عَذَابِ يَوۡمِ ٱلۡقِيَٰمَةِ مَا تُقُبِّلَ مِنۡهُمۡۖ وَلَهُمۡ عَذَابٌ أَلِيمٞ ﴾
[المَائدة: 36]
﴿إن الذين كفروا لو أن لهم ما في الأرض جميعا ومثله معه﴾ [المَائدة: 36]
Salomo Keyzer Daarom zij die niet gelooven, al hadden zij wat op de aarde is, en zelfs tweemaal zooveel, waarmede zij zich van de straf op den dag der opstanding zouden willen loskoopen, het zal niet van hen worden aangenomen, maar zij zullen eene pijnlijke straf ondergaan |
Sofian S. Siregar Voorwaar, indien degenen die ongelovig zijn alles op aarde zouden hebben en het gelijke daarvan bij hen zouden hebben om daarmee hun bestraffing op de Dag der Opstanding af te kopen: het zou niet van hen aanvaard worden. En er is voor hen een pijnlijke bestraffing |
Van De Taal Voorzeker, al hadden de ongelovigen al hetgeen op aarde is en nog eens zoveel, om zich daarmede van de straf op de Dag der Opstanding vrij te kopen, dan zou het van hen toch niet worden aanvaard; er wacht hen een pijnlijke straf |