Quran with Dutch translation - Surah Yusuf ayat 59 - يُوسُف - Page - Juz 13
﴿وَلَمَّا جَهَّزَهُم بِجَهَازِهِمۡ قَالَ ٱئۡتُونِي بِأَخٖ لَّكُم مِّنۡ أَبِيكُمۡۚ أَلَا تَرَوۡنَ أَنِّيٓ أُوفِي ٱلۡكَيۡلَ وَأَنَا۠ خَيۡرُ ٱلۡمُنزِلِينَ ﴾
[يُوسُف: 59]
﴿ولما جهزهم بجهازهم قال ائتوني بأخ لكم من أبيكم ألا ترون أني﴾ [يُوسُف: 59]
Salomo Keyzer En toen hij hen van hunne levensmiddelen had voorzien, zeide hij: Breng uwen broeder tot mij, den zoon van uwen vader. Ziet gij niet dat ik de volle maat geef en dat ik mijne gasten gul ontvang |
Sofian S. Siregar En toen hij hen had voorzien van proviand, zei hij: "Brengt mij jullie broeder van jullie vaders kant (Benyamin). Zien jullie niet dat ik de volle maat geef, en dat ik de beste van de gastheren ben |
Van De Taal En toen hij hen van levensmiddelen had voorzien, zeide hij: 'Brengt mij uw broeder van vaderskant. Ziet gij niet, dat ik u met volle maat geef en dat ik een goed gastheer ben |