Quran with Dutch translation - Surah Maryam ayat 29 - مَريَم - Page - Juz 16
﴿فَأَشَارَتۡ إِلَيۡهِۖ قَالُواْ كَيۡفَ نُكَلِّمُ مَن كَانَ فِي ٱلۡمَهۡدِ صَبِيّٗا ﴾
[مَريَم: 29]
﴿فأشارت إليه قالوا كيف نكلم من كان في المهد صبيا﴾ [مَريَم: 29]
Salomo Keyzer Maar zij maakte teekenen tot het kind om hun te antwoorden. En zij zeiden: Hoe kunnen wij tot hem spreken, die nog een kind in de wieg is |
Sofian S. Siregar Daarop wees zij naar hem. Zij zeiden: "Hoe kunnen wij spreken met een baby, die nog als kind in de wieg ligt |
Van De Taal Dan wees zij naar het kind. Zij zeiden: 'Hoe kunnen wij tot een wiegekind spreken |