Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 16 - آل عِمران - Page - Juz 3
﴿ٱلَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَآ إِنَّنَآ ءَامَنَّا فَٱغۡفِرۡ لَنَا ذُنُوبَنَا وَقِنَا عَذَابَ ٱلنَّارِ ﴾
[آل عِمران: 16]
﴿الذين يقولون ربنا إننا آمنا فاغفر لنا ذنوبنا وقنا عذاب النار﴾ [آل عِمران: 16]
Salomo Keyzer Die zeggen: o Heer! wij zijn geloovigen; vergeef ons onze zonden en bevrijd ons van de straf van het hellevuur |
Sofian S. Siregar (Zij zijn) degenen die zeggen: "Onze Heer, voorwaard, wij geloofden, vergeef ons onze zonden en bescherm ons tegen de bestraffing van de Hel |
Van De Taal Hen die zeggen: 'Onze Heer, voorzeker hebben wij geloofd, vergeef ons daarom onze zonden en red ons van de straf van het Vuur |