Quran with Dutch translation - Surah al-‘Imran ayat 99 - آل عِمران - Page - Juz 4
﴿قُلۡ يَٰٓأَهۡلَ ٱلۡكِتَٰبِ لِمَ تَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ مَنۡ ءَامَنَ تَبۡغُونَهَا عِوَجٗا وَأَنتُمۡ شُهَدَآءُۗ وَمَا ٱللَّهُ بِغَٰفِلٍ عَمَّا تَعۡمَلُونَ ﴾
[آل عِمران: 99]
﴿قل ياأهل الكتاب لم تصدون عن سبيل الله من آمن تبغونها عوجا﴾ [آل عِمران: 99]
Salomo Keyzer Zeg: o gij! die de schrift hebt ontvangen, waarom wilt gij de geloovigen van den weg Gods afleiden? Gij tracht hen te verwarren, en gij zijt zelven getuigen. Maar God is niet onopmerkzaam omtrent hetgeen gij doet |
Sofian S. Siregar Zeg: "O Lieden van de Schrift, waarom houden jullie wie gelooft op de Weg can Allah tegen, hopend dat hij krom is, terwijl jullie toch getuigen zijn. En Allah is niet onachtzaam met betrekking tot wat jullie doen |
Van De Taal Zeg: 'O, mensen van het Boek waarom houdt gij de mensen af van het (rechte) pad van Allah en wenst gij het krom te maken, terwijl gij er getuige van zijt? Allah is niet onachtzaam over hetgeen gij doet |