Quran with Dutch translation - Surah Fussilat ayat 49 - فُصِّلَت - Page - Juz 25
﴿لَّا يَسۡـَٔمُ ٱلۡإِنسَٰنُ مِن دُعَآءِ ٱلۡخَيۡرِ وَإِن مَّسَّهُ ٱلشَّرُّ فَيَـُٔوسٞ قَنُوطٞ ﴾
[فُصِّلَت: 49]
﴿لا يسأم الإنسان من دعاء الخير وإن مسه الشر فيئوس قنوط﴾ [فُصِّلَت: 49]
Salomo Keyzer Het vermoeit den mensch niet, het goede te vragen, maar als het kwade hem overvalt, vertwijfelt en wanhoopt hij |
Sofian S. Siregar De mens versaagt niet om het goede te smeken; maar wanneer hem het slechte treft, dan is hij zonder hoop, wanhopig |
Van De Taal De mens wordt niet moe het goede te vragen; maar als het kwade hem treft vertwijfelt hij en wordt wanhopig |