Quran with Dutch translation - Surah Ar-Ra‘d ayat 26 - الرَّعد - Page - Juz 13
﴿ٱللَّهُ يَبۡسُطُ ٱلرِّزۡقَ لِمَن يَشَآءُ وَيَقۡدِرُۚ وَفَرِحُواْ بِٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَا وَمَا ٱلۡحَيَوٰةُ ٱلدُّنۡيَا فِي ٱلۡأٓخِرَةِ إِلَّا مَتَٰعٞ ﴾
[الرَّعد: 26]
﴿الله يبسط الرزق لمن يشاء ويقدر وفرحوا بالحياة الدنيا وما الحياة الدنيا﴾ [الرَّعد: 26]
Salomo Keyzer God geeft zijne weldaden in overvloed aan dengeen welke hem behaagt, en beperkt, die naar zijn welbehagen. De bewoners van Mekka verheugen zich in het tegenwoordige leven, hoewel dit leven, in vergelijking met het volgende, slechts een tijdelijk voordeel is |
Sofian S. Siregar Allah verruimt de levensvoorziening voor wie Hij wil en Hij beperkt. Zij verheugen zich over het wereldse leven, terwijl het wereldse leven in vergelijking met het Hiernamaals slechts een verganke lijke genieting is |
Van De Taal Allah vergroot en vermindert de voorziening voor wie Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen zich in het tegenwoordige leven, terwijl het tegenwoordige leven slechts een (kortstondig) vermaak is vergeleken met het volgende |