Quran with Dutch translation - Surah Al-Anbiya’ ayat 45 - الأنبيَاء - Page - Juz 17
﴿قُلۡ إِنَّمَآ أُنذِرُكُم بِٱلۡوَحۡيِۚ وَلَا يَسۡمَعُ ٱلصُّمُّ ٱلدُّعَآءَ إِذَا مَا يُنذَرُونَ ﴾
[الأنبيَاء: 45]
﴿قل إنما أنذركم بالوحي ولا يسمع الصم الدعاء إذا ما ينذرون﴾ [الأنبيَاء: 45]
Salomo Keyzer Zeg: Ik predik u alleen de openbaring van God; de dooven willen uwe roepstem niet hooren, als gij onder hen predikt |
Sofian S. Siregar Zeg: "Voorwaar, ik waarschuw jullie slechts met de Openbaring." Maar de doven luisteren niet naar de oproep, zelfs (niet) wanneer zij gewaarschuwd worden |
Van De Taal Zeg: 'Ik waarschuw u slechts door Openbaring.' Doch de doven horen de roep niet wanneer zij worden gewaarschuwd |