Quran with Dutch translation - Surah An-Nur ayat 16 - النور - Page - Juz 18
﴿وَلَوۡلَآ إِذۡ سَمِعۡتُمُوهُ قُلۡتُم مَّا يَكُونُ لَنَآ أَن نَّتَكَلَّمَ بِهَٰذَا سُبۡحَٰنَكَ هَٰذَا بُهۡتَٰنٌ عَظِيمٞ ﴾
[النور: 16]
﴿ولولا إذ سمعتموه قلتم ما يكون لنا أن نتكلم بهذا سبحانك هذا﴾ [النور: 16]
Salomo Keyzer Zeidet gij, toen gij het hoordet: Het voegt ons niet daarover te spreken. God beware! Dit is eene groote lastering |
Sofian S. Siregar En hadden jullie maar, toen jullie het hoorden, gezegd: "Het is niet aan ons om hierover te spreken, Heilig bent U, dit is een geiveldig verzinsel |
Van De Taal Waarom hebt gij niet gezegd toen gij het hoordet: 'Het betaamt ons niet om erover te spreken. Heilig zijt Gij, dit is een grote lastering |