Quran with Dutch translation - Surah As-Sajdah ayat 16 - السَّجدة - Page - Juz 21
﴿تَتَجَافَىٰ جُنُوبُهُمۡ عَنِ ٱلۡمَضَاجِعِ يَدۡعُونَ رَبَّهُمۡ خَوۡفٗا وَطَمَعٗا وَمِمَّا رَزَقۡنَٰهُمۡ يُنفِقُونَ ﴾
[السَّجدة: 16]
﴿تتجافى جنوبهم عن المضاجع يدعون ربهم خوفا وطمعا ومما رزقناهم ينفقون﴾ [السَّجدة: 16]
Salomo Keyzer Die hunne lichamen van hunne bedden opheffen, onder het aanroepen van hunnen Heer met vrees en hoop; die aalmoezen uitdeelen van hetgeen wij hun hebben geschonken |
Sofian S. Siregar Hun zijden mijden de slaapplaatsen, zij roepen hun Heer aan, vrezend en hopend. En zij geven uit van dat waar Wij hun mee voorzagen |
Van De Taal Zij verwijderen zich van hun bed, hun Heer in vrees en hoop aanroepende en zij doen wel met hetgeen Wij hun hebben geschonken |