Quran with Dutch translation - Surah Muhammad ayat 29 - مُحمد - Page - Juz 26
﴿أَمۡ حَسِبَ ٱلَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ أَن لَّن يُخۡرِجَ ٱللَّهُ أَضۡغَٰنَهُمۡ ﴾
[مُحمد: 29]
﴿أم حسب الذين في قلوبهم مرض أن لن يخرج الله أضغانهم﴾ [مُحمد: 29]
Salomo Keyzer Verbeelden zij zich, in wier harten een gebrek huist, dat God hunne boosheid niet aan het licht zal brengen |
Sofian S. Siregar Of dachten zij in wier harten een ziekte is, dat Allah hun afgunst niet zou onthullen |
Van De Taal Denken zij wier hart ziek is, dat Allah hun boosaardigheden niet aan het licht zou brengen |