Quran with Dutch translation - Surah Al-Fajr ayat 16 - الفَجر - Page - Juz 30
﴿وَأَمَّآ إِذَا مَا ٱبۡتَلَىٰهُ فَقَدَرَ عَلَيۡهِ رِزۡقَهُۥ فَيَقُولُ رَبِّيٓ أَهَٰنَنِ ﴾
[الفَجر: 16]
﴿وأما إذا ما ابتلاه فقدر عليه رزقه فيقول ربي أهانن﴾ [الفَجر: 16]
Salomo Keyzer Maar als hij hem met rampen bezoekt, en hem zijne weldaden terughoudt, Zegt hij: Mijn Heer versmaadt mij |
Sofian S. Siregar Maar wanneer Hij hem beproeft, en dan zijn voorzieningen beperkt, dan zegt hij: "Mijn Heer heeft mij vernederd |
Van De Taal Maar wanneer Hij hem beproeft door hem in zijn levensonderhoud te beperken, zegt hij: 'Mijn Heer heeft mij onteerd |