Quran with Dutch translation - Surah Ad-Dukhan ayat 29 - الدُّخان - Page - Juz 25
﴿فَمَا بَكَتۡ عَلَيۡهِمُ ٱلسَّمَآءُ وَٱلۡأَرۡضُ وَمَا كَانُواْ مُنظَرِينَ ﴾
[الدُّخان: 29]
﴿فما بكت عليهم السماء والأرض وما كانوا منظرين﴾ [الدُّخان: 29]
Salomo Keyzer Hemel noch aarde hebben om hen geweend; en zij verkregen geen uitstel |
Sofian S. Siregar De hemel en de aarde huilden niet om hen, en hun werd geen uitstel gegeven |
Van De Taal De hemel en de aarde weenden niet om hen noch werd hun uitstel gegeven |